Jan van Hoof – Directeur artistiek Fabriek Magnifique:
“Adriaan Brouwers is niet weg te denken in de Nederlandse kunstgeschiedenis. … De beelden die hij creëerde ontstonden vanuit een wereldbeeld. Een wereldbeeld waarin mensen elkaar zullen vinden, elkaar ontmoeten. … Universele waarden in een nieuwe wereldorde in menselijke verbondenheid. Verbeeld in de schoonheid die hij zocht. Gerealiseerd langs een langzaam proces in een van de moeilijkste materialen: roestvrij staal. Hij verbond erotiek, sterven met groei, binnen- en buiten wereld, vrijheid en verbinding met de omgeving, in abstracte vormentaal. Hij was er een meester in. De verzameling van 14 beelden, gekoesterd en behouden door de familie en bewonderaars van zijn werk, moet behouden blijven. In naam van de beeldhouwkunst in Nederland, maar ook mondiaal. En voor komende generaties in de openbare ruimte te ervaren. Als groots eerbetoon aan zijn werk, zijn levensfilosofie en zijn generatie kunstenaars”

Hans Redeker – Kunstbeeld:
“Toch blijft het beslissende de plastische kracht van zijn beelden, naar alle kanten toe de ruimte bezielend, van alle kanten bezien boeiend en anders. Beelden om mee te leven en om aan te raken. Beelden, waarin de hedendaagse mens zich zal herkennen ook al zou hij het niet onder woorden kunnen brengen. Beelden, waaraan onze hedendaagse levens-ruimten zo schrijnend behoefte hebben.”

Ton Alberts en Max van Huut – architecten:
“Goethe spreekt over de ‘religieuze zending van de kunst’. Bij Adriaan Brouwers is dan ook de kunst van het hart geboren. Of zoals een vriend van mij opmerkte toen hij de beelden zag, “voor het eerst in mijn leven dat ik iemand tegen kom die roestvrij-staal tot leven heeft gebracht.”

Ley Albrichs – directeur Museum van Bommel van Dam, Venlo:
“Adriaan is zo uniek dat ik je niets kan vertellen over de beelden. Je moet gewoon komen kijken.”

NRC Handelsblad:
“…kan men de plastieken ondergaan als fraaie droomvormen, die de harmonie van een betere wereld ademen. Het zou inderdaad een gebeurtenis zijn als een dergelijk beeld in het door Brouwers bedoelde formaat tussen ons tegen de hemel af zou steken.”

Ronald Alley – directeur moderne kunst Tate Gallery, London:
“…I very much enjoyed your sculptures. I liked them even more than I did in the photographs and find them very individual, and rich and complex in meanings, as well as beautifully made. … The sculptures seem to have a real sense of scale and the forms are so precise, so highly charged and carefully worked out, that I feel confident that they would enlarge without any loss of tension. … The effect of seeing certain of them really big, so that one could not only walk around them but underneath some of the forms, would be quite extraordinary and dramatic.”

Floor Haak – Financieel dagblad:
“De meeste van zijn beelden maakten grote indruk; een vond ik fantastisch… symboliseert het in mijn ogen de ontworsteling van het abstracte aan het concrete, van het natuurlijke aan het gekunstelde, van het ideële aan het materiële, van het hemelse aan het aardse, van het mystieke aan het bevattelijke, van het spirituele aan het gangbare, van het vrouwelijke aan het mannelijke of hoe je het maar noemen wilt.”

John Kasaipwalova – directeur Sopi Art School te Boroko, Papoea Nieuw Guinea:
“I wish to commence the Sopi Art School again and would like you to be co-director together with me.”

Kunstcommissie NMB:
“Het bijzondere vakmanschap, dat op ongeëvenaarde wijze aan dit moeilijke werk en aan de beheersing daarvan ten grondslag ligt, mag gerust als uniek worden bestempeld.”

Aldo van Eyck – architect:
“De beelden zijn doorwrocht en hebben een grote intensiteit.”

Uitgeverij Van Speyk:
“En dan zal blijken, dat deze beelden, in een langzaam proces van rijping en conceptie ontstaan, inderdaad tot de hoogtepunten van de moderne, naoorlogse plastiek behoren, in hun verregaande geabstraheerde vorm boordevol leven – menselijjk, animaal, vegetatief – , daarbij vanuit elke ruimtelijjke gezichtshoek bezield, boeiend en volmaakt.”