Ieder beeld is de meest indringende emotie in mijn leven geweest.
Ik werd me bewust dat er een destruktie is en dat er een opbouw is. Met dat aspect heb ik voortdurend geworsteld: om het positieve verder te ontwikkelen en het negatieve dat in me is zo weinig mogelijk kans te geven. Door voor het opbouwende te kiezen werd mijn leven rijker, niet materieel, maar kon ik meer mens worden. Door het grote in mezelf te verdiepen kwam er schoonheid in mijn leven.
Als ik schoonheid in mezelf ontdek en als ik dat vorm kan geven, vertalen kan en door kan geven middels een beeld, dan is mijn eigen proces tot een vrucht gekomen. En als het vruchtbaar is dan wil ik het ook graag geven aan andere mensen. Dan is het meer een geheel. Dat hoort bij mijn verantwoordelijkheid als mens.
Ik heb het positieve in de mens zo duidelijk als een realiteit ervaren dat zo’n beeld wel monumentaal moest worden, midden tussen de mensen. Want als het een verrijking van mezelf is zou dat ook een verrijking voor de mens kunnen zijn. En dan moet ik dat vrij weg zetten en niet voor mezelf moet houden. Ik bied het aan aan het totale mens zijn.
Het is altijd mijn geloof geweest dat hoe meer schoonheid ik aan kan dragen, bewust kan laten worden in de wereld, dat mensen zich daar aan op zouden kunnen trekken. En dat is de zin van mijn leven geworden.
— Adriaan Brouwers